Geschiedenis van Schouwen

 

Door de stijgende temperatuur na de laatste ijstijd (CA 30.000 jaar geleden) smolt het landijs.

De zeespiegel en het grondwaterniveau gestegen. Hierdoor ontwikkelde zich op de dekzanden (nu 10 tot 15 m diepte) het basisveen.

Door de voortgaande stijging van de zeespiegel werden langs de kust enkele strandwallen gevormd (oude duinen).

Daarachter ontstond een wadden gebied met geulen. Deze raakten opgevuld met wadzand en wadklei. Op Schouwen komt deze "oude blauwe zeeklei" nagenoeg aan de oppervlakte.

Na het terugtrekken van de zee ontstond achter de strandwallen het zg. Holland veen.

In een volgende warme periode is dit weggespoeld of later door moernering verdwenen.

De zee doorbrak vanaf 900 jaar voor Chr. de standwallen, vanuit het ontstane geulenstelsel sedimenteerde de “jonge zeeklei “. Het zeewater overspoelde bij vloed het veenlandschap en zette klei af op de oever en daarbuiten, later verzandden de kreken.

Hieraan kwam ca 1200 een einde na de voltooiing van een min of meer aaneengesloten ringdijk rond de polder Schouwen, hoewel dijkdoorbraken en dijkvallen herhaaldelijk landverlies en kreekvorming veroorzaakten.

Door inklinking ontstonden de niveauverschillen tussen verlande kreken en lagere "poelgronden".

De meeste dorpen ontstonden op deze drogere “kreekruggen”.

Volgens de Nomina Geografica Neerlandica heeft Schouwen zijn naam te danken aan de rivier de Schelde.

Scaldis-het eiland- is vervormd tot Schouwen

Scaldis-de rivier- heeft de oorspronkelijke vorm goeddeels bewaard en is Schelde geworden.

De oudste bekende verdeling van het eiland Schouwen is die, in "Zesde Delen".

Men sprak van "die vijf sestendele van Scouden binnen den Scelveringhe" als men de polder bedoelde.

Door verlies van het "Zuidland" bleven tenslotte vier delen over.

Uit de verdeling in Ambachtsheerlijkheden ontstond na 1795 de indeling in gemeenten.

Schouwen is èèn van de grootste, oudste en meest laaggelegen polders van Noord-Zeeland.

Het was vooral de zuidelijke oever die werd geteisterd door het water. In de periode 1475-1654 verdween hier een tiental dorpen en gehuchten en moesten talloze inlaagdijken gelegd worden.

In het verdwenen kerkdorp Klaaskinderkerke nabij Den Osse, Hier trof men in 1955 een door zijn vorm uniek, rechthoekig middeleeuws kerkhof aan.

De opgegraven skeletten vertoonden voor Europa een antropologisch fenomeen, nl. de schedels waren langer (minder rond) naarmate de lengte van de skeletten afnam.

Op een stafkaart uit 1918 zijn oa de wegen, de gemeentegrenzen, enkele boederijnamen en de tramlijn te onderscheiden.

 

Bron: Schouwen zoals het was